Slapen in een longhouse (Jungle: dag 1)

Vanmorgen was het vroeg uitchecken. Om 7:45 stond de taxi op mij te wachten bij het Pullman Hotel in Kuching. Zo’n luxe hotel is een leuke ervaring en met het regenachtige weer van de laatste dagen was het een ideale plek om te vertoeven. Het koor van de Sint Thomas kathedraal uit de buurt zong prachtig in de hotellobby bij het ontsteken van de kerstboom en het kasteel met smurfen (!). Het eten in het hotel was meer dan uitstekend. Vooral het diner wat ik nuttigde in het Chinese restaurant van het hotel was een ervaring op zich. Het zwembad was mijn privé domein, want de overwegend Islamitische bezoekers zwemmen daar liever niet in. Prima.

Gisteren liep ik even Kuching in en ging voor de lunch naar een lokaal Chinees restaurant. Ik betaalde slechts 21 ringgit, minder dan een kwart van de hotel Chinees. Voor die prijs had ik een menu voor 7 tot 10 personen kunnen betalen. De stad zelf ga ik na mijn week in de jungle bekijken. Na het Longhouse verblijf ik nog vier dagen in home stay Nanga Damai aan de voet de hoogste berg van Sarawak, met uitzicht op de zee.

De taxichauffeur was een mooie spreker. In zijn tijd werd het Engelse curriculum op de scholen nog gevolgd. Hij sprak ‘vloeiend’ Engels en wilde dat graag met mij oefenen. Daar hadden we de tijd voor want de rit van Kuching naar mijn Longhouse in de Jungle duurde ruim een uur. Gelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt om mijn terugreis te bespreken. Zijn vriend zal mij 7 december direct naar Nanga Damai brengen. Zelf is hij dan bij kinderen in Singapore.

Het oerwoud onderweg is prachtig. Geen palmolieplantages te bekennen, waarschijnlijk omdat het daar te heuvelachtig voor is. Onderweg halen we enkele wielrenners in, die had ik hier niet verwacht en even later het peloton met een man of twintig op uitstekende fietsen. Gearriveerd bij het longhouse betaal ik 80 ringgit aan de chauffeur, zo’n 20 euro. De wisselkoersen van mijn huisbankier werken in mijn nadeel. Waar wisselkoers.nl mij had gemeld vijf ringgit voor elke hele euro te geven, blijken mijn euro’s op mijn Rabobank afschrift slechts vier waard te zijn. Ik had me weer te snel rijk gerekend.

Zo’n Longhouse is eigenlijk een compleet dorp gebouwd op palen langs een rivier. De centrale straat is gemaakt van bamboestokken hoog op de stevige palen en vormt het dorpsplein waaraan de huisjes liggen, met de achterkant naar de straat. Mr. Edward is de eigenaar van het huis waarin ik slaap. Hij begon deze business in 2004. Ik ben op dit moment zijn enige bezoeker. De laatste twee, ook Nederlanders, zijn vorige week vertrokken.

De enige excursie vandaag is een bezoek aan de hot springs, een uur wandelen hier vandaan. Samen met de schoonzoon van Edward die verder geen bezigheden heeft en zwaar tilt aan mijn al meerdere malen aangepaste tempo, wandel ik in de brandende zon over een weg door de jungle. Hij kookt onze lunch op een vuurtje bij de hot spring en kookt de vanmorgen vers geslachte kip in een bamboestok. De hot spring is vandaag echter te heet om in te gaan zitten. Er zijn veel dagjesmensen uit de omgeving, voor hen een perfect zondags uitstapje. Na het eten zeg ik tegen Jerry dat we wat mij betreft weer naar huis mogen, ik heb zin om lekker te hangen. Het is hier erg warm, maar omdat het gebied hoger ligt, waait er af en toe een briesje.

Het dorp waar ik nu zit bevindt zich op vijf uur wandelen van de grens met Indonesië. Daar waren het de Nederlanders die de inlanders tot het christendom probeerden te bekeren, hier vooral de Engelse missionarissen. Het longhouse dorp waar ik slaap en eigenaar Edward zijn Christen en vormen hier de meerderheid. Dat levert in het verder overwegend Islamitische Maleisië weinig problemen op omdat de overheid ‘neutraliteit’ nastreeft, de slogan “1 Malaysia” is hier overal te vinden. Het is wel een probleem voor Edward’s welkomsdrankje dat met 35 tot 40 procent een vergunning nodig heeft om geëxporteerd te mogen worden. Een handeltje dat hij graag wil opstarten. De overheid heeft echter besloten geen nieuwe vergunningen voor alcoholproductie te verstrekken. Edward zelf drinkt niet meer omdat hij wat gezondheidsproblemen heeft, zwaar roken, veel drinken en een verkeersongeluk hebben hun tol geeisd, maar zijn vrouw proeft nog met enige regelmaat zijn brouwsels om de kwaliteit te kunnen garanderen.

In 1997 werkte Edward als arbeider in Bali en keerde per boot en over land door Indonesisch Borneo terug naar Sarawak, de andere kant van hetzelfde eiland. Wat hij toen nog niet wist, was dat er een strijd was uitgebroken tussen de oorspronkelijke bewoners en de uitheemse groepen, Indo’s, Chinezen etc. Deze strijd escaleerde toen bleek dat iemand de dochter van de inheemse stamleider had verkracht en vermoord. Op het moment dat Edward naar huis reisde zag hij langs de weg hoofden op palen staan. Dit zorgt bij hem nog steeds voor nachtmerries. Ik moet dit verhaal nog even verifiëren maar het is nog geen 14 jaar geleden en die koppensnellers hier wisten toen blijkbaar nog van wanten. Vandaag de dag schijnt alles weer rustig te zijn, maar het illustreert wel hoe ‘natuurlijk’ de binnenlanden van Borneo nog zijn!

Ik heb besloten om geen Malariapillen te slikken, op het internet zag ik dat deze regio niet besmet is en ook Edward heeft me verzekerd dat er hier nog geen meldingen zijn geweest. De pillen waren duur, maar het is het me wel wat waard ze vooral niet te slikken.

Dichter dan een verblijf in een Longhouse kun je volgens mij het ‘authentieke’ Maleisië niet benaderen. Een groter contrast met het vijfsterren Pullman Hotel lijkt me ook onmogelijk.

2 reacties

  1. Dag Arjen,

    Mooi dat alles zo goed verloopt. Wel opvallend dat ook hier het kannibalisme nog een gespreksonderwerp is. Zondagavond kwam dit ook ter sprake in een uitzending over Gabon en werd verteld dat het nog steeds voorkomt. De gebeurtenis waar bij jou op gedoeld werd, was volgens Trouw in 1997.
    Het leventje in het oerwoud is je dus goed bevallen en de bloedzuigers waren niet alk te lastig of waren alle beesten weggevlucht door de gesprekken die jullie voerden?

    1. Geen beestje in het longhouse, die kippen werken perfect. De rafting tocht op de vlotten en vooral het wachten hebben wel veel insectenbeten opgeleverd en in de jungle veel spinnen, toren en duizendpoters. Ook hier in Damai doen de muggen hun werk, maar de zingende gekko’s vangen hopelijk de muggen op mijn kamer.

Reacties zijn gesloten.