Expeditie waterval (Jungle: dag 2)

Vast als Sinterklaascadeau ondernemen we de zwaarste expeditie in de jungle vandaag. Doel, een waterval op twee uur loopafstand. Als ontbijt krijg ik gebakken eieren en noedels met veel groente. Indien onvoldoende, is er meer beschikbaar. Ook koffie versterkt met het eigen brouwsel behoort tot de ontbijtmogelijkheden.

Gisterenavond hebben ze me verwend met vijf borden heerlijk eten. Twee borden vol met tropische vruchten waar ik de namen niet van weet, de smaak niet van kende, maar beiden zeer smakelijk. Daarnaast twee borden gevuld met geroerbakte groente en het het laatste bord gevuld met gebakken krokante kip. De hoeveelheid was meer dan voldoende, maar verspillen is natuurlijk uitgesloten. Ik heb ontzettend mijn best moeten doen en ik heb toch een gezonde eetlust. Daarna vroeg naar bed gegaan, want het leven in de jungle maakt slaperig.

Na het ontbijt, 8:30, staat de expeditie om 9:30 op de planning. Na even over de weg te hebben gelopen, trekken we het bos in. Het pad doet me denken aan de paadjes die ik samen met Job in de Domonicaanse Republiek te paard heb beklommen. Een pad waar een normaal mens niet aan zou beginnen. Om het makkelijker te maken hebben ze her en der treden van bamboe gemaakt. Het nadeel van bamboe op de natte oerwoud bodem is echter dat het na verloop van tijd vergaat. Dit maakt elke stap uitdagend.

Gisteren schreef ik al dat het hier nogal bergachtig is, deze wandeling gaat dan ook omhoog en weer naar beneden. Al winnen we op de heenweg behoorlijk wat hoogte. De schoonzoon is ook deze tocht mijn gids. Hij heeft het gelukkig minstens net zo zwaar als ik. De familie kan nog beter eten dan ik, maar dat werkt met zulke tochten een beetje in je nadeel. Ondertussen ben ik voorzien van een bamboestok die Jerry met een groot kapmes voor mij heeft gekapt en geprepareerd. Dit blijkt een ontzettend handig hulpmiddel en ik ben blij ‘ja’ te hebben gezegd op dit aanbod.

We pauzeren regelmatig om de hartslag weer iets op orde te brengen en drinken veel water, maar minder dan ik zweet. Na een uur voornamelijk geklommen te hebben, komen we aan bij een weg die dwars door het oerwoud is aangelegd. Ik krijg eindelijk de tijd een beetje om me heen te kijken, want in de bush zelf heb ik me voornamelijk op mijn voeten geconcentreerd. Het is echt prachtig hier. En wat zou deze weg mooi zijn om met een goede auto te rijden. Jerry vertelt dat de weg is aangelegd door Koreanen. ‘Waarom?’ heeft hij geen antwoord op, dat moet ik dus nog even na gaan vragen bij zijn schoonvader.

De asfaltweg is net iets minder stijl dan de bushpaden, alleen lopen we nu in de zon. Dit is ook voor Jerry een opgave die mijn pas net als gisteren weer met moeite bijhoudt. Na verschillende bochten van > 10% te hebben getrotseerd, lopen we opnieuw de bush in, dit is zijn terrein. Het pad duurt nog zo’n 45 minuten en dan komen we aan bij de waterval. Daar was deze tocht uiteindelijk om begonnen.

De waterval loopt aardig door, het is moeson seizoen. Ik beklim de eerste twee terrassen om mezelf vervolgens onder de waterval te parkeren. De massage is stevig, maar de temperatuur van het water doet mijn verhitte lichaamstemperatuur snel dalen. Ik ga dan maar op de rots zitten kijken hoe Jerry net als gisteren een vuurtje aan het stoken is om opnieuw kip in een bamboestok te koken, nu met vers geplukte bladeren, ui en een andere tropische groentes waar ik ook nog nooit van heb gehoord. Vandaag is vuur maken geen gemakkelijke opgave want alles is hier nat. Eiertreesjes en rubber moeten de boel aan de gang houden.

Na de lunch pakken we alles weer in en mogen we het zelfde pad teruglopen. Vooral het stukje asfalt vormt weer een uitdaging. Er staat > 10% op de borden, maar mijn gevoel zegt > 15%. Terwijl ik Jerry uitleg dat we met wielrennen via de minst steile stukken omhoog proberen te komen, de buitenbocht, besluit hij maar even een pauze in te lassen. Ik wacht hem boven op, want daar is schaduw. Het laatste stuk door de bush is nu vooral dalen. De bamboe brugleuning die ik op de heenweg heb gesloopt, geeft de oversteek van een van de riviertjes een extra moeilijkheidsfactor.

Terwijl we het dorp weer bereiken trekken donkere wolken zich samen. Ik drop mijn doorweekte kleren en ga onder de douche zitten. De douchekop hangt namelijk wat laag en de verdere attributen, een teil en een schepemmertje, verraden deze werkwijze. Als ik weer naar buiten loop, begint het enorm te hozen. Heerlijk, de koude douche heeft me toch nog niet afgekoeld en onder het afdak is het nu lekker.

Het dak is overigens met een See Buy Fly plasticzak versterkt, waar Schiphol al niet goed voor is. Terwijl ik dit stukje aan het typen ben wordt mij een beker met koffie aangereikt. Alle producten die ze hier aan de gasten geven komen zoveel mogelijk uit de omgeving. Cola is niet aanwezig omdat er volgens Edward hiv mee wordt verspreid. Dit lijkt me buitengewoon onwaarschijnlijk, maar aangezien het niet echt gezond te noemen is, vind ik het prima, ‘do what the locals do’. Ik word voorzien van een zak met Curry Tapioca Chips en dat is goed spul.

De vrouwen des huizes staan alweer de hele middag voor de gasten te koken als wij terugkomen. Dit is geen vijfsterren hotel, maar deze all-inclusive formule bevalt me perfect. Behalve het matras dan.

Vandaag is een man uit Singapore aangekomen, hij gaat morgen mee op de bamboe raft trip. Het leuke van zo’n longhouse is overigens dat overal een idee achter zit, het staat niet zomaar op palen. Doordat de dieren, vooral kippen, onder het longhouse leven, zijn er weinig muggen hier, en dat is wonderlijk zo midden in de bush. Alles wat de mensen hier laten vallen is voer voor de beesten beneden, het valt gewoon tussen de bamboestokken door.