De Engels sprekende Fransman

Nu ik alleen reis, merk ik hoe handig dit is om met locals en andere reizigers in contact te komen. Als je reist met bekenden heb je toch altijd het gemak van je eigen reisgezelschap binnen handbereik. De mensen in het longhouse Annah Rais zijn zou vriendelijk dat ik eigenlijk geen zin heb om hier weer te vertrekken.

Ik neem afscheid van Andrew’s familie en beloof dat ik de mensen in Nederland zeker zal aanraden Annah Rais te bezoeken en daar een paar nachten te verblijven. De man uit Singapore wil graag nog een keertje met me op de foto. Bij het terugkijken op zijn display merkt hij pas op dat ik wel erg groot ben vergeleken met hem, ‘anders geloven mijn vrienden me niet’.

Mijn smerige jungle kleren zijn voor mij gewassen, schoenen zijn weer schoon, dus ik kan terug naar de bewoonde wereld. Mijn taxi voor vandaag staat klaar en we vertrekken richting Nanga Damai. Een tocht van ruim twee uur die ons eerst weer terugbrengt in Kuching om vervolgens de stad richting het westen te verlaten. Nanga Damai ligt op 30 kilometer van Kuching, als het meezit ben je daar in 45 min. Onderweg passeren we een net gebeurd ongeval. Een jongen ligt naast zijn brommer, terwijl een andere brommer omkeert om terug te rijden. De chauffeur mindert vaart, ik maak mijn riem los, maar hij concludeert dat het wel mee zal vallen. We rijden door in een praktisch lege bus die het slachtoffer prima mee had kunnen nemen, indien nodig. We stoppen nog even in Kuching om te pinnen, dat kan niet in de jungle.

Als ik aankom in Nanga Damai word ik onthaald door een Engels sprekende Fransman en twee, wat later zal blijken, dienstmeisjes uit Indonesië, van de eilanden Flores en Borneo. De Eigenaar is er niet, maar mijn kamer wel. Eindelijk weer een goed matras, airco en helaas, muggen. Die blijken hier door mijn nieuwe huisgenootjes te worden bestreden, gekko’s. Mooie beestjes die als je geluk hebt een liedje voor je zingen. Ze hebben zuignappen onder hun poten waarmee ze even gemakkelijk tegen het plafond als over het raam lopen. Ze blijven bij mij uit de buurt en het liefst zitten ze verstopt achter de rolgordijnen.

Het huis Nanga Damai ligt tegen een heuvel en bestaat uit meerdere etages. Een zwembad en fitness op de eerste, een veranda met eetkamer en keuken op de tweede, waarnaast ook mijn kamer zich bevindt met een eigen balkon met ligstoelen. Als ik op de veranda terug ben zit de Fransman me al op te wachten. Hij is freelance journalist, pas gepensioneerd (60), maar nog steeds werkzaam. Hij schrijft voor een prachtig Frans geschiedenis tijdschrift en werkt mee aan de Franse uitgaves van National Geographic. Nu werkt hij hier drie maanden aan zijn boek, waar hij vijf jaar geleden al eens mee was begonnen op deze zelfde plek. Hij zit bomvol verhalen over de reizen die hij heeft gemaakt in o.a. Maleisië en blijkt gespecialiseerd te zijn in Japan, waar hij ooit getrouwd was met een Japanse en de taal spreekt. Hij nodigt me uit hem te vergezellen tijdens het diner, waar we door praten over van alles en nog wat. Handig zo’n wandelende encyclopedie. Naast Mulu moet ik de volgende keer naar Balu, daar woont een volk dat pas in de Tweede Wereldoorlog werd ontdekt door een Engelse commando die vervolgens samen met hen tegen de Japanners vocht.

Hij had ook een ontmoeting met de dochter van de vierde Blanke Radja. De Engelse Brooke familie werd tot gouverneur benoemd toen James Brooke tijdens zijn reis in Sarawak vrede wist te stichten tussen de strijdende lokale stammen. De sultan van Brunei, die hier een zwakke gouverneur had zitten, was zeer onder de indruk en vroeg James Brooke de leiding in Sarawak over te nemen. De Brookes waren zeer gesteld op de lokale cultuur en de familie werd op handen gedragen omdat ze vrede hadden gebracht. De dochter van de vierde Blanke Radja is nog steeds prinses volgens haar paspoort, maar de Brookes verloren de macht toen de derde Brooke, een bestuurder met minder kwaliteiten, Sarawak aan de Engelsen verkocht op het moment dat zijn broer, die volgens de wet de tweede handtekening moest zetten, wegens ziekte in Engeland zat. Sarawak werd een Engelse kolonie.

De vierde Brooke vertrok naar Singapore waar hij nog even probeerde om weer terug te keren. Zijn dochter vertrok naar Frankrijk waar de Fransman haar in Zuid-Frankrijk bezocht. Zelf was zij nooit in Sarawak geweest, omdat de Engelsen bang waren voor onrust. Vele jaren later kreeg ze een uitnodiging van de Maleisische overheid om op bezoek te komen in Sarawak. De Fransman mocht haar tijdens die reis vergezellen waar zij met alle honneurs werd ontvangen als prinses. Het bleef allemaal zeer formeel totdat ze een onofficieel bezoek brachten aan een longhouse. Daar werd een reusachtig volksfeest georganiseerd voor een vrouw die nog nooit in Sarawak was geweest, maar nog steeds hun prinses was.

Het is voor buitenlanders in Maleisië erg plezierig om te reizen. Het toerisme is volgens de eigenaar van het restaurant de laatste jaren met 80 procent gekrompen. Het is haar niet duidelijk waarom ze weg blijven, maar ze wijt het aan de internationale economische crisis. De Fransman vertelt me dat hij zich hier echt nog een reiziger voelt. Op een eiland als Bali ben je toerist onder velen. Ik had het onderscheid nog nooit zo gemaakt, maar ik begrijp hem wel. Maleisië is volgens mij een prima start om met Azië kennis te maken. De mensen zijn zeer vriendelijk, spreken vaak Engels, de voorzieningen zijn goed en je verblijf en aanwezigheid wordt altijd gewaardeerd. Een tip die ik niet moet vergeten, de Japanse overheid schijnt tickets te verloten om Japan te bezoeken nu het toerisme daar is ingestort. Europeanen kunnen deelnemen aan deze verloting.

1 reactie

  1. Dus nu moeten we naar Japan met vakantie? Lijkt me ook wel wat. Geniet nog even.
    Groetjes mam

Reacties zijn gesloten.