‘Hello!’

Op een uurtje wandelen van de homestay ligt het vissersdorpje Santubong, aan de voet van de berg die ik eerder beklom. Omdat ik wat moe ben, heb ik tegen de Fransman gezegd dat Santubong mijn enige doel zal zijn vandaag. Hij vraagt of hij mee mag wandelen en dus vertrekken we om in het dorp wat te gaan eten.

Het is niet verstandig om op het heetst van de dag langs een asfalt weg te gaan lopen, maar we zijn onderweg en na een uur komen we aan in het dorp. De Fransman was hier eerder en bezocht een opgraving op een plek waar nu een huisje wordt gebouwd. Hij sprak over een oude Chinese staalfabriek. Ook zouden er hier in de omgeving sporen van Indische tempels gevonden zijn. Maar de regering doet wat moeilijk over deze activiteiten. Soms zijn ze toegestaan, de andere keer weer niet. Het probleem? Volgens de geschiedenisboekjes die de huidige regering verspreid is de Islam de oudste godsdienst en is het wat lastig als archeologen Indische tempels ouder dateren.

Hoe dan ook, we lopen de brug van de rivier over, waar een haventje is gemaakt en boten de zee op kunnen. In deze regio komen veel mangrove bossen voor, een natuurlijke beschermingswal tegen een tsunami. Vlak voor onze homestay ligt er eentje en op zee zijn een paar eilanden met grotere mangrove waar ook een zeldzame soort apen leeft. Ook dit dorp lijkt tussen de mangrove te zijn gebouwd. Het restaurantje dat de Fransman zocht kunnen we niet vinden dus ik stel voor even te gaan zitten in het ‘cafe’, tevens supermarkt, om even iets te drinken. De eigenaar zegt tegen de Fransman dat Sarkozy het volgens hem goed doet, want hij verschijnt hier vaak op televisie. Daar is de Fransman niet zo zeker van.

We lopen een stukje terug en gaan bij het enige zaakje zitten waar eten verkocht werd op de heen weg. Het aanbod is niet groot, chicken with rice, chicken with fried rice en noodles with chicken. We bestellen de fried rice. De eigenares van het eethuisje blijkt aardig Engels te kunnen spreken en de Fransman maakt hier indruk met het beetje Indonesisch dat hij spreekt. Er zijn veel overeenkomsten met het Maleisisch. De gebouwen waar we tegenaan kijken zijn het stembureau, alleen geopend tijdens verkiezingen, daarnaast het dorpskantoor en weer een deur verder de plaatselijke bibliotheek. De eigenares runt de business met haar broer en zus. Zelf kan ze niet koken, dat doet haar man. Zit je toch even raar te kijken naar een Islamitische vrouw met een hoofddoekje in een dorp waar iedereen op deze vrijdagmiddag onderweg is naar de Moskee.

Terwijl we zitten te eten komt een meneer ons de hand schudden. Ik dacht eerst dat het de man des huizes was, maar de eigenares vertelt ons later dat hij hoofd van de school is. Blijkbaar het Engels niet meer machtig. Dit is wel een probleem voor Maleisië. Sinds het Engelse curriculum afgeschaft is, spreken jongeren geen Engels meer. Voorheen kregen mensen een boete van 10 cent als ze op school Maleisisch spraken. Het past binnen het nationaliseringsproces dat door Mahathir Mohamad stevig is voortgezet, ten koste overigens van veel democratische principes. maar het heeft dit land veel ontwikkeling en welvaart opgeleverd. Engels is echter wel handig om te spreken als een land zich op economisch terrein wil manifesteren. De gevolgen van deze maatregel worden nu zichtbaar.

Eén woordje spreken de mensen hier echter nog steeds ‘hello!’. We wandelen door het dorp terug en van elke veranda wordt het ons toegeroepen. Nu zijn er her en der eetstandje geopend waar saté en gefrituurde banaan wordt verkocht. De Fransman vertelt dat ze na de begroeting vaak naar een dagactiviteit vragen uit beleefdheid. ’s Morgens is het bijvoorbeeld Hello! Heb je al ontbeten?

Het is een erg leuk, maar arm dorpje. Er liggen een paar nieuwe kunststof boten in het dorp. Deze zijn door de overheid aan de arme vissers gegeven. Ze krijgen daar een zwakke motor bij en een hoeveelheid brandstof. Het verhaal is dat het vaak meer oplevert om deze ‘rode diesel’ aan louche figuren te verkopen dan de zee op te gaan. Daarom zijn ze dus nog zo schoon. De boete op deze verkoop is echter zeer hoog, net als in Nederland.

’s Avonds eten we in een visrestaurant hier in de buurt. Ik word bijgepraat over onder andere de banlieues, de economie in Noord Frankrijk, De Gaulle, Frans Algerije, het Ottomaanse Rijk en de Collège de France. Een soort open universiteit waar Fransen gratis de beste colleges kunnen volgens. Voor professoren is het een eer hier onderwijs te mogen geven. Een cadeautje aan het volk. Als ik nog zou studeren was deze vakantie inmiddels een heleboel studiepunten waard geweest.

3 reacties

  1. Hallo Arjen,
    Gaat het nog steeds goed met je? Ga je al gauw weer verder naar een andere plek? Kom je 20 dec. terug? Weet je hoe laat ongeveer? Geniet nog lekker van alles wat je ontdekt en tegenkomt. Groetjes Mam

  2. Klinkt weer heerlijk, je hebt schijnbaar echt de binnenlanden gevonden en bent van de toeristische paden afgevallen. En als ik de logica van de supermarkteigenaar mag volgen dan gaat het hier uitstekend met de Europese crisis. Ik kan me goed voorstellen dat je na deze ervaringen gemotiveerd zal zijn om snel terug te gaan.

  3. Hoi Arjen,

    Met veel plezier jouw verslagen en avonturen gelezen. Het doet me iedere keer een beetje denken aan Indonesie. In ieder geval zal het vochtgehalte en temperatuur wel gelijk zijn. Geniet nog van de resterende dagen en heb je nog wel zin in de gemeenteraad? Misschien is daar wel ergens een plekje vrij en kan je je hard maken voor een kabelbaan vanaf de beklommen berg.

    Jaap

Reacties zijn gesloten.